Ik zie je een beetje vertwijfeld staan, af en toe een beetje bijtend op je nagels, zenuwachtig, loyaal aan je ouders.
Je kijkt naar de vloerankers op de grond. Ik heb gevraagd om voor ieder lid uit je gezin van herkomst een vloeranker neer te leggen. Niet te veel over nadenken, maar gewoon zoals het voor jou voelt. En zo liggen je vader, je moeder je broers, je zussen en jijzelf ineens in een opstelling voor je op de grond.
Ik vraag aan jou: “En wat valt je op? Hoe voelt het wanneer je hiernaar kijkt?”